zaterdag, augustus 05, 2006

Open volkstuindag en de dingen die voorbij gaan.

Dit weekend is het open volkstuinendag. Nou hadden wij, toen ik nog bij mijn ouders woonde, ook een volkstuin.
Pa en Ma waren daar heel zuinig op. We hadden een siertuin, maar in een klein hoekje achter in toch ook wel wat tomaten en aardbeien.
Pa ging iederedag er naar toe. Ook in de winter, want er was een vijver met goudvissen op het tuintje en die beestjes mochten niet invriezen.
Dus open houden, hakken en lucht onder het ijs blazen. Op de tuin heb ik vele gelukkige jaren door gebracht, in de vakanties bleven we er ook slapen. Je kon er heerlijk op het terras liggen met een boekje. En fijn grasmaaien, ( dat ruikt zo lekker, vers gemaaid gras ). Maar ook heggen knippen en schoffelen en onkruid wieden, struiken bij knippen, tegels ophogen, hekje repareren, putje graven kompost er in putje weer dicht stampen. Er was altijd wel wat te doen.
Mensen die denken dat je op een volkstuin alleen in de weekenden hoeven te komen om in de zon te liggen, die kunnen er beter niet aan beginnen.
Ruim 10 jaar geleden, ik had het ouderlijk huis allang verlaten, werden mijn ouders te oud om het allemaal netjes bij te houden. En omdat ze niet op een verwaarloosde tuin wilden zitten, dachten ze,.wat niet meer gaat, gaat niet meer. Ze verkochten hun huisje. Ik heb een eigen gezin om voor te zorgen dus ik kon het ook niet voor ze doen. Niet dat ze dat gewild hadden, want als een ander het doet is het toch niet het zelfde als zelf doen. En zelf doen, is juist het leuke van een tuin.
Op een aanplak biljet had ik gelezen dat op het complex waar mijn ouders die tuin hadden ook de opendag zou zijn. Dus ik dacht, kom laat ik gaan kijken hoe het er 10 jaar later bij ligt. ( zouden de nieuwe bewoners we goed gezorgt hebben voor ons tuintje? ) . Zou de vijver er nog zijn, en hoe hoog staan de coniferen nu? In gedachte fantaseerde ik al hoe het er uit zou zien. En zo gingen we zaterdag middag, met foto toestel op weg. Ik, mijn vrouw en onze twee kinders. We reden over de oude kleiweg, ( he, hier rijdt geen bus meer ), en we passeerden de trein tunnel, ( ja die hebben ze daar pas gemaakt ) en toen rechts af, de terletweg op.
Daar was de ingang van het complex al, versierd met witten en groene ballonnen. Parkeren, en daar gingen we. Metteen vielen mij de dingen die veranderd waren, maar ook de dingen die het zelfde gebleven waren op. De kantine was veel groter geworden, en het winkeltje was helemaal verbouwd, maar het mededelingen bord en de daar achter gelegen container plaats waren nog de zelfde on-ge-organiseerde wirwar als 10 jaar terug. Kijk nou zei ik tegen mijn vrouw, het huisje "mork en mindy" heet nog steeds zo. Daar heeft mijn vader nog mee geholpen met bouwen. Pa ging graag andere mensen helpen, dat hoort zo op een volkstuin.
Links was het gemeenschappelijk groen langs het pad, dat moest je bij houden, maar je mocht er niets aan veranderen. Nu is er een "heksen tuin" met kruiden en een glazen kas. Rustig liepen we verder het complex op. En dan... bijna zijn we bij het oude huisje, mijn hart klopt sneller. We passeren de tuin met de vele peren bomen, nog even..... Leeg. We zien drie lege stukken grond. Er zijn huisjes en bomen en planten weg. Lege aarde met wat onkruid vullen mijn gezicht veld. Ontsteld zeg ik: er zijn tuinen weg. Ik kan het niet geloven. Nog een paar meter, Hier stond het huisje van de duitsebuurman, hij had basset honden en een groot terras, op zijn sokken maaide hij het gras om het niet te beschadigen. Er staan nog slechts twee naaldbomen. we passeren een slootje. Daar staat het, ons oude huisje staat er nog. Er is een stuk aangebouwd, de vijver is weg, er ligt een houten vlonder op het grasveld is veel kleiner, de bomen veel groter. Er staat een schuttting langs de slootkant en coniferen. Het is behoorlijk veranderd, maar het staat er nog. Vreemde mensen zitten voor de deur, ik zeg ze gedag, en langzaam lopen we verder. Ik durf ze niet aan te spreken. Ik ben nog te geschokt door de lege plaatsen er naast. Drie huisjes verder, is het weer leeg, en blijft het leeg, de rest van de laan heeft geen huisjes meer. We maken een rondje en ook de huisjes van de achter buren, zijn weg.
Herrinneringen van hoe het was en het beeld van nu, wisselen elkaar af als ik met mijn ogen knipper. Ik weet van sommige plaatsen nog precies hoe het er uit zat en welke mensen er op zaten. Ach, de tuin van achter buurman K, is weg. Deze man stond iedere dag te schoffelen. Hij schoffelde zo veel dat de grond veranderd was in korrels. Intens beledigd was K, toen mijn vader eens tegen hem zei : "Je schoffelt je tuin dood man, er zit geen leven meer in je grond", nooit heeft nog een woord met ons gewisseld. Nu ligt er een vlakte met onkruid, niets rest er nog van al zijn werk. Er naast was de tuin van een man met een dikke bril, die haalde altijd water uit de sloot om zijn tuin nat te maken. Water uit de kraan was niet goed volgens hem. Ook hier , alles weg. Ik draai me om, op de hoek zie ik in gedachte, het huisje van de familie O. een drie bij drietje het kleinste model. Mw O zat in het bestuur, en hun dochter R werkte in een brood & banket winkel in het Oude Noorden. De tuin is leeg, het huisje weg. We lopen weer verder richting in gang, hier staan weer huisjes. Ook het huisje van P.D. staat er nog. Dat was een vriend van mijn vader, P.D. was voeger van beroep, ( metselaar ) en in de winter ging mijn vader altijd met hem soep eten, bij de butagas kachel zaten ze dan sterke verhalen van vroeger uit te wisselen. Helaas is er niemand. Ik kan dan ook niet vragen of P.D. nog de eigenaar is van het huisje, of hij nog leeft. Ik weet het niet. We bezoeken nog even de speeltuin, en lopen nogmaals langs het oude huisje. Wat is het allemaal veranderd. De kaalslag doet me pijn. We gaan even zitten en ik zeg eerlijk, het complex is naar de klote. Geconfronteerd met de vergankelijkheid, het tijdelijke van alles. Verdrietig gaan we weer naar huis. Hier kom ik nooit meer.

Geen opmerkingen: